Vertaal
Naar andere talen: • se séparer > DEse séparer > ENse séparer > ES
Vertalingen se séparer FR>NL
[səsepaʀe]

1 quitter - scheiden

  'Je me suis séparée de mon mari.'
  Ik ben van mijn man gescheiden.

  'Ils se sont séparés.'
  Zij zijn uit elkaar.


2 se diviser - zich (op)splitsen

  'La rue se sépare en deux.'
  De straat splitst zich in tweeën.


3 abandonner ··· - afstand doen van

  'Il ne veut pas se séparer de sa vieille voiture.'
  Hij wil geen afstand doen van zijn oude auto.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
se séparer (ww.) uitmaken (ww.) ; zich splitsen (ww.)
se séparer splitsen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `se séparer`
Voorbeeldzinnen laden....